Geld kun je beleggen: effecten en soortgelijke producten aanschaffen voor een korte of lange tijd. Met deze effecten tracht de belegger inkomsten te krijgen. Een belegging is een investering: je belegt in `zekere` bedragen in ruil voor `onzekere` inkomsten. Hoewel men een onderscheid maakt tussen sparen en beleggen, gaat het feitelijk over hetzelfde: je investeert geld voor inkomsten en loopt risico. Met beleggen kun je alleen veel eerder geld winnen of verliezen: je speelt met je geld.
Het beleggen kan men indelen in drie doelgroepen. De eerste is de particuliere belegger: een privé persoon, die op meerdere manieren kapitaal kan gebruiken om te investeren (obligaties, aandelen, beleggingsfondsen). De tweede groep is institutionele beleggers: instellingen die het vermogen van instituties beheren. Zij investeren in een groot deel van de aandelen. De derde groep is ondernemingen. Dit kunnen grote en kleine ondernemingen zijn, die allen beleggen bij geldtekort.
Je kunt beleggen op vijf verschillende manieren. De bekendste manier van beleggen is wellicht investeren in aandelen; deelname in het kapitaal van een bedrijf. Je kunt ook beleggen in opties: het recht op de (ver)koop van een bepaald goed tegen een vooraf vastgestelde prijs voor een bepaalde periode. Bij beleggen in obligaties geeft de overheid een verhandelbare schuldbrief van de overheid of een bedrijf voor een langere periode. Verder kun je investeren in valuta en edelmetalen via CFD`s, ook wel forex genoemd. Deze vorm werkt met een hefboom, waardoor forex een hoog risico met zich mee brengt. En ten slotte kun je beleggen in futures (financiële-termijn-contracten).
Zie voor meer informatie Het Forex home portaal voor uitleg over forex trading & valutahandel.
Terug
